Hond in de klas helpt kinderen vooruit
Honden in de klas kunnen een positieve invloed hebben op het gedrag en zelfvertrouwen van basisschoolleerlingen. Dat blijkt uit onderzoek van pedagoog Riki Verhoeven naar ‘Animal Assisted Education’ (AAE), oftewel onderwijs met hulp van honden.

Steeds meer kinderen hebben op school extra begeleiding nodig, bijvoorbeeld bij emoties, gedrag of sociale vaardigheden. Leerkrachten zitten soms met hun handen in het haar. Een mogelijke oplossing: onderwijs waarin speciaal getrainde honden worden ingezet om leerlingen te ondersteunen.
In het DOG-project, dat Verhoeven onderzocht, werkte een leerkracht samen met een hond gedurende tien weken met kinderen tussen 8 en 13 jaar. De resultaten waren opvallend positief. De leerlingen kregen meer zelfvertrouwen, communiceerden beter en werkten makkelijker samen.
Ook leerkrachten groeien
Niet alleen de kinderen hadden baat bij de aanpak. Ook leerkrachten voelden zich sterker in hun werk en ouders merkten veranderingen op bij hun kind. Het onderzoek toont aan dat mens-dierinteractie op school echt verschil kan maken.
Kansen voor de toekomst
Verhoeven ziet volop mogelijkheden voor verdere toepassing van AAE in het onderwijs. Haar onderzoek biedt een eerste wetenschappelijke onderbouwing voor deze aanpak. Om AAE breder in te zetten, is het belangrijk dat er landelijke richtlijnen en trainingen komen voor leerkrachten en begeleiders. Ook moet er structurele samenwerking zijn tussen scholen, ouders en AAE-specialisten.
Daarnaast wijst ze op het belang van aandacht voor het welzijn van de honden die worden ingezet. Niet iedere hond is geschikt voor dit werk, en rust en goede begeleiding zijn essentieel.
Meer onderzoek naar de langetermijneffecten van AAE is nodig om de methode verder te verbeteren en goed in te passen binnen het onderwijs.