[blog] Hoeveel natuur zit er (nog) in jouw kat?

Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat sinds de domesticatie van katten 9000 jaar geleden, vrijwel geen genetisch verschil te zien is met katten anno nu. De verschillen die wél te zien zijn zorgen voor andere vachtkleuren, verminderde angst en een gevoeligheid voor beloning. Op alle andere vlakken staat onze huiskat nog steeds erg dicht bij de wilde kat.

Onze katten hebben dus nog dezelfde behoeftes als de wilde katten van vroeger. Zij willen spelen, jagen en krabbelen. Daarom zullen wij als goed personeel in moeten spelen op deze natuurlijke behoeftes. Het uitvoeren van natuurlijk gedrag draagt bij aan een laag stresslevel en dus een prettig leven als huiskat.

Muis of vogeltje

Katten zijn heel intelligent en gaan graag op onderzoek uit. Hierin zullen wij hen tegemoet moeten komen. Daar waar de wilde kat uren rondstruinde door de vrije natuur, hebben onze katten veelal een beperkte omgeving om zich in te begeven. Katten die een kattenluik hebben, hebben het geluk om te gaan en staan waar zij willen. Als eigenaar van zo’n kat zul je hier vaak een bedankje voor krijgen in de vorm van een muis of vogeltje.

Vind je het maar niks dat je kat zich vrij in de buurt begeeft gun hem dan in ieder geval een fijne afgeschermde kattentuin of op zijn minst een kattenren. Op deze manier kunnen zij toch nog op ‘jacht’ gaan in hun eigen tuin. Jagen hoeft natuurlijk niet op vogels en muizen, maar alleen het al het jagen op insecten en meegevoerde blaadjes door de wind zal een fijne uitdaging zijn. Dit zorgt voor een goede vervanging van het jachtgedrag.

In de natuur zullen katten minimaal zes uur per dag besteden aan de jacht. Voor binnenkatten die niet gewend zijn aan het buitenleven, zul je het buitenleven naar binnen moeten halen. Door het spelen met veertjes, gedroogde blaadjes en dergelijke hebben zij ook de kans om in hun vertrouwde omgeving iets van het buitenleven mee te krijgen.

Werken voor het eten

Het voorzien in een natuurlijke voergift is toch wat moeilijker na te bootsen. Sommige jagers – vooral de katten dit geleerd hebben van hun moeder – lukt het daadwerkelijk om een muisje te vangen. Het is echter niet zeker dat ze deze dan ook zullen opeten. Dit terwijl het eten van karkasjes zeker tot het natuurlijke dieet van de kat behoort, en ook nog eens nodig is voor een goede spijsvertering. Opgegeten karkassen en guillotinepantsers van insecten zorgen er namelijk voer dat er geen haarballen in de maag achter blijven.

Het hele spijsverteringsgestel van de kat is erop gebouwd vele kleine beetjes per dag te eten. In de natuur leeft een kat op 15 muizen per dag die zelf gevangen moeten worden en geen water. Daarentegen zetten wij onze katten ineens twee bakjes voer en een schaaltje vers kraanwater voor. Om deze tegenstrijdigheid wat te beperken kun je je kat daarom stimuleren om te werken voor zijn eten. Door voer via voerspeelgoed te geven zal hij moeten werken voor zijn voer, net zoals hij in de natuur zou moeten doen. Dit helpt mee aan het portioneren van de maaltijden, gaat verveling tegen en zorgt voor superslimme katten!

Groetjes Wendy
Cats Only

Over de auteur

Wendy Govers-van Thiel is eigenaar van Cats Only - kattenhotel & katsalon en natuurlijk heeft ze zelf ook katten: een Maine Coon en een Noorse Boskat, maar ook een Oudduitse herder en een paard. Niet gek als je bedenkt dat ze geboren en getogen is op een boerderij en altijd tussen de dieren heeft gewoond. Naast de werkzaamheden die Wendy in haar eigen kattenhotel uitvoert (waarbij elke gast beschikt over een eigen kamer met tuin), werkt ze als docent bij het Huisdier Kennis Instituut en organiseert ze lezingen, cursussen en workshops over kat,- huid- en vachtvriendelijke vachtverzorging voor kattenbezitters en professionals.

Cats Only: www.cats-only.nl   |   Controleer hier of dit pension nog plaats heeft voor je huisdier.