Corona-adviezen voor eigenaren van huisdieren

Minister Schouten van LNV heeft bekendgemaakt dat er antistoffen tegen SARS-CoV-2 zijn gevonden bij één hond en drie katten in Nederland. Dat betekent dat de dieren het nieuwe coronavirus hebben gehad. Het virus zelf is niet bij de dieren aangetroffen. De kans dat een huisdier besmet raakt, blijft ook na deze vondst uiterst klein. De eerdere adviezen voor de omgang met huisdieren blijven daarom ongewijzigd.

Kat

De eigenaar van de hond is COVID-19-patiënt. De hond had ademhalingsproblemen en is op 30 april j.l. geëuthanaseerd vanwege verergering van de klachten. Het is niet bekend of de ademhalingsproblemen van de hond het gevolg waren van een infectie met SARS-CoV-2 of ten gevolge van ander lijden. De vondst van een met COVID-19 geïnfecteerde hond is voor Nederland nieuw, maar de bevinding dat honden besmet kunnen worden is dat niet. Eerder werden in Hongkong twee honden positief getest.
 
De katten waren aanwezig op een nertsenbedrijf waar eerder al besmettingen bij nertsen waren gevonden. Naar aanleiding van de besmettingen bij nertsen is een onderzoek op het bedrijf gestart. In het kader van dat onderzoek zijn 11 boerderijkatten op het bedrijf getest. Bij drie van deze katten zijn antistoffen gevonden. Het is niet vast te stellen hoe de katten de infectie hebben opgelopen. Op het bedrijf werkten personen met verschijnselen van COVID-19. Ook waren nertsen op het bedrijf besmet met het virus.

Aanvulling 19 mei 2020

Uit onderzoek is inmiddels gebleken dat bij nertsen ook virusmateriaal in de lucht aanwezig kan zijn en dat het dus waarschijnlijk is dat nertsen elkaar via de lucht kunnen besmetten. Dat wisten we eigenlijk ook al wel omdat uit onderzoek al gebleken was dat dat al gold voor de nauw verwante fret. Ook konijnen blijken vatbaar voor het virus. Ook is het aannemelijk dat ten minste een van de medewerkers van een besmette nertsenhouderij besmet is geraakt via de nertsen. Bij onderzoek was al gebleken dat door de hoge dichtheid van dieren bij deze bedrijven er erg veel virus in stofdeeltjes en aerosolen in de lucht aanwezig was. Dat is een heel andere situatie dan bij mensen die huisdieren houden. Er zijn geen aanwijzingen dat dieren een belangrijke rol spelen in de verspreiding van COVID-19. Overigens is de impact nog steeds verwaarloosbaar. Dit betekent ook dat het advies ongewijzigd blijft.

Het ministerie van LNV zegt hierover: “Als een huisdier besmet is, moet het binnen blijven en moet fysiek contact worden vermeden tot het dier beter is. Dat is niet omdat we een groot risico voor de eigenaren zien. Besmetting van mens op mens is vele malen groter.”

Bestaande advies voor omgang met huisdieren blijft van kracht

Als je zelf ziek bent of verschijnselen hebt, en je huisdier is ziek, kan het huisdier het beste binnen blijven. Honden kunnen dan kort uitgelaten worden door een ander persoon dan de patiënt. De kans dat een huisdier besmet is met het virus is klein. Hoewel de kans klein is dat gezelschapsdieren besmet raken met COVID-19, is het verstandig om bij COVID-19 klachten intensief contact met huisdieren te vermijden (niet knuffelen of laten likken).

Laat de verzorging van huisdieren dan bij voorkeur over aan mensen zonder klachten, die hierbij de algemene hygiënemaatregelen voor omgang met huisdieren (regelmatig handen wassen en niet laten likken) in acht nemen. Het algehele advies blijft staan om wanneer het dier ernstige benauwdheids- en /of diarreeklachten heeft, telefonisch contact op te nemen met de dierenarts.

Het volledige advies is te vinden op de website van het RIVM.
 

Advies voor eigenaren van huisdieren in verband met COVID-19